6. Bedrijfsvoering
Algemeen
De bedrijfsvoeringsparagraaf geeft aanvullende informatie op het programma bedrijfsvoering.
De bedrijfsvoeringsbegroting is met een meer kaderstellend karakter tot stand gekomen. Op basis van aanvaard beleid is de begroting opgesteld om zo beter te kunnen sturen op beheersing van de budgetten.
Meer lezen
Middeleninzet bedrijfsvoering
Personeelskosten (€ 82.000 N)
Het saldo op personeelskosten bestaat uit een aantal componenten.
- •De kosten van ambtelijk personeel en inhuur personeel van derden voor regulier werk vallen lager uit dan begroot (€ 240.000 V):
- ode gemiddelde formatie 2015 was begroot op 593 fte. De gemiddelde bezetting gedurende 2015 was feitelijk ongeveer 20 fte lager. Hierdoor ontstaat een voordeel van € 1,3 miljoen;
- ode ambtelijke bezetting was totaal 475 fte. De loonkosten van het ambtelijk personeel waren gemiddeld € 700 per fte hoger dan geraamd. Dat geeft een nadeel van € 335.000;
- ogemiddeld zijn er gedurende 2015 ongeveer 98 fte ingehuurd. De kosten van inhuur vallen aanzienlijk hoger uit dan inzet van ambtelijk personeel (€ 7.400 per fte). Het nadelig effect hiervan bedraagt totaal € 725.000.
- •Een deel van het ambtelijk personeel was in 2015 elders gedetacheerd. Tegenover de loonkosten van dit personeel (€ 333.000) staan detacheringsvergoedingen (zie onder inkomsten).
- •De kosten van WerkPunt! bedroegen in 2015 totaal € 371.000. Deze kosten waren in 2015 nog niet opgenomen in de bedrijfsvoeringsbegroting.
- •In 2015 is een aantal boventallige medewerkers ingezet op regulier werk. Loonkosten komen daardoor niet ten laste van de frictievoorziening. De hiermee gepaard gaande loonsom bedroeg € 200.000.
- •De kosten van BBL-banen zijn door latere instroom van deze medewerkers € 97.000 lager dan begroot.
- •Van het budget voor voormalig personeel was een bedrag van € 485.000 niet nodig in 2015.
Beheerskosten (€ 61.000 V)
Het nadeel op de beheerskosten van materieel bedraagt € 297.000. Dit komt door hoge onderhoudskosten van oudere voertuigen die nog moeten worden vervangen. Hier staat vrijval van kapitaallasten tegenover.
De kosten voor het beheer en onderhoud van ICT binnen de gemeente zijn € 363.000 hoger dan geraamd. Deze overschrijding is te verklaren doordat er in 2015 met twee systemen is gewerkt, licentiekosten hoger zijn uitgevallen en er sprake is van verschuiving van ICT-kosten vanuit de programma’s (de hiervoor bestemde budgetten zijn nog niet overgeheveld naar de bedrijfsvoering).
Aan opleidingskosten is € 447.000 minder uitgegeven dan geraamd. Verder was er sprake van onderbesteding in de budgetten voor kantoorartikelen (€ 114.000 V), wervings- en advertentiekosten (€ 105.000 V) en Berichten van de Brink (€ 83.000 V). De overige beheerskosten laten per saldo een nadeel zien van € 28.000.
Kapitaallasten (€ 1.323.000 V)
De vrijval van kapitaallasten (afschrijving en rente) wordt veroorzaakt doordat investeringen in vervoermiddelen en automatisering nog lopen, uitgesteld of later dan gepland zijn opgeleverd.
Boventallig personeel (-)
Bij de samenstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met een inschatting van boventallige medewerkers. In de begroting is er vanuit gegaan dat deze lasten van € 2,3 miljoen ten laste van de frictievoorziening zouden komen. Door uitstroom of het detacheren van boventalligen vielen de lasten en het beslag op de frictievoorziening lager uit. De werkelijke lasten van het boventallig personeel bedroegen in 2015 totaal € 1,8 miljoen. Een deel van het boventallig personeel kon in 2015 extern gedetacheerd worden. Hiervoor werd een vergoeding ontvangen van € 0,4 miljoen. Een aantal boventallige medewerkers is tijdelijk intern ingezet op reguliere werkzaamheden (€ 0,2 miljoen). Het resterende bedrag is verrekend met de frictievoorziening.
Ontwikkeling frictievoorziening
Als gevolg van de bezuinigingen ontstaat personele frictie. Om de daaraan verbonden kosten en
financiële risico’s te kunnen opvangen is een frictievoorziening gevormd. Deze voorziening is afgestemd op de verplichtingen die inmiddels zijn en nog verder ontstaan als gevolg van personeel dat door bezuinigingen boventallig of herplaatsbaar is geworden.
Eind 2014 bedroeg de voorziening € 2,9 miljoen. Dit was toereikend voor de medewerkers die toen boventallig waren. In 2015 is een bedrag van € 1,2 miljoen onttrokken aan de voorziening. Dit bedrag bestond uit salarislasten, lasten van vertrekregelingen en begeleidingskosten van medewerkers die in een van Werk-naar-Werktraject zitten.
Door het effectueren van nieuwe bezuinigingsmaatregelen zijn in 2015 opnieuw medewerkers boventallig geworden. In de Najaarsnota hadden we al aangegeven dat voor boventalligheid als gevolg van nieuwe bezuinigingen geen budget beschikbaar was. Bij de samenstelling van de jaarrekening is de stand en omvang van het frictiebudget opnieuw beoordeeld en zijn inschattingen gemaakt van de toekomstige verplichtingen. De inzet van het management is er daarbij op gericht de omvang van de frictie zo veel mogelijk te beperken. Deze actualisatie heeft er toe geleid dat op basis van de huidige inzichten in de toekomstige verplichtingen de frictievoorziening met ruim € 1 miljoen moest worden aangevuld. Hiermee heeft de voorziening eind 2015 een omvang van € 2,7 miljoen en is daarmee toereikend voor het aantal boventalligen op dat moment.
Inkomsten bedrijfsvoering (€ 393.000 V)
De inkomsten zijn € 414.000 hoger als gevolg van detachering van ambtelijk personeel. De overige inkomsten zijn per saldo € 21.000 lager dan begroot.
Bezuinigingen bedrijfsvoering
Relatie programma’s en bedrijfsvoering
De bezuinigingen op de programma’s hebben ook een relatie met de bedrijfsvoering en het takenpakket van de gemeente. In die zin zijn bezuinigingen op de programma’s en de bedrijfsvoering onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Eerste tranche Uitvoeringsprogramma 2011-2014
De eerste tranche van de bezuinigingen bedrijfsvoering is volledig ingevuld.
Tweede tranche Aanvullende bezuinigingen 2012-2015
De tweede tranche van de bezuinigingen bedrijfsvoering is volledig ingevuld.
Derde tranche Nota Verder bouwen, ambities en bezuinigingen 2014-2017
Zoals in de nota ‘Verder bouwen, ambities en bezuinigingen 2014-2017’ is afgesproken is de bezuinigingsopgave voor de bedrijfsvoering in 2015 verhoogd met € 250.000. Het betreft hier de doorvertaling naar de bedrijfsvoering van de extra efficiencytaakstelling uit het regeerakkoord. Dat gaat ervan uit dat gemeenten door samenwerking efficiencyvoordelen kunnen realiseren. De korting die door het Rijk is opgelegd loopt vanaf 2015 jaarlijks op met € 250.000. De taakstelling voor 2015 is gerealiseerd.
Om de verbouwing van het stadhuis budgettair neutraal te laten verlopen gold een pakket aan maatregelen van € 1,4 miljoen. Door maximale versobering en optimalisatie van het ontwerp is hiervan direct € 475.000 structureel ingevuld. De overige maatregelen hingen samen met het vervallen van de beheerskosten van de locatie Buitenzorg en extra baten door inhuizing van de ISD en verhuur van werkplekken aan derden. Deze maatregelen zijn niet volledig haalbaar gebleken. De verwachte huuropbrengsten vallen € 145.000 lager uit en voor locatie Buitenzorg is in combinatie met gebouw De Werf een alternatief scenario uitgewerkt. Dit levert een bezuiniging op die € 275.000 lager uitvalt dan de oorspronkelijke taakstelling. Ingaande de begroting 2016 is deze bezuinigingstaakstelling bijgesteld.
Begroting 2014, dekking overhead
Als onderdeel van het dekkingsplan 2014-2017 is besloten tot een aanvullende taakstelling om de overhead van de brandweerorganisatie op te vangen. Het gaat om een taakstelling van € 150.000 in 2015 en daarna jaarlijks oplopend tot € 450.000 vanaf 2017. Deze taakstelling is in 2015 gerealiseerd.
Vierde tranche Minderen met maat
In het collegeprogramma 2014-2018 zijn aanvullende bezuinigingen voorzien die voor de bedrijfsvoering in 2017 en 2018 zijn beslag zal krijgen. Het gaat hier om een bedrag van in totaal € 2,1 miljoen. In 2017 dient hiervan € 1 miljoen ingevuld te zijn en vanaf 2018 het resterende deel van € 1,1 miljoen.